Het Lam, ABRAXAS = Abuaqas en de herstelde code
Dit is de sleutel van de boekrol en de route: van naam en getal → sterren en mythen → zegels en bazuinen → wat nu zichtbaar wordt.
Abraxas, Abuaqas en de telling
Αβράξας (Abraxas) wordt in de overlevering vaak opgevoerd als sleutel tot het volle jaar 365 in Griekse isopsefie. In de Jewish Gematria (rekenmethode/woordenlijst) levert dezelfde reeks echter 475 op. Die spanning is het breekpunt: ergens in de overdracht is de naam verschoven.
Door terug te rekenen op de waarde 365 via die gematria, ontstaat de herstelde vorm ΑΒΥΑQΑΣ (Abuaqas). In deze spelling klopt de cyclus weer en vallen letters, sterren en mythen op hun plaats. De Q is hier zowel sleutel als verraad: een Latijnse letter in een Griekse naam wijst op inmenging, en in de Germaanse laag verwijst Q naar Quelle — de bron, het AL.
Het ‘poppetje’ en Orion
Het bekende Abraxas-figuur — hanenkop, slangbenen, schild en stok — is geen losse curiositeit. In houding en gebaar beeldt het Orion de Jager uit: schild in de ene hand, arm omhoog in de andere. In de oorspronkelijke code is dat geen zweep, maar het zwaard uit de mond: het Woord dat scheidt, onderscheidt en herstelt.
In latere varianten maakt het zwaard plaats voor het vaantje van de Romeinse drukkunst, met Movendum (“verplaatsen, verschuiven”). Dat staat symbool voor het uit elkaar halen van mens, taal en bron — precies de verschuiving waar de Q naar wijst.
De zeven kroonsterren van Abuaqas
- Α — Aldebaran (Taurus)
- Β — Betelgeuse (Orion)
- Υ — Pollux (Gemini)
- Α — Epsilon Eridani (Eridanus)
- Q — Sirius (Canis Major)
- Α — Arneb (Lepus)
- Σ — Monoceros (Eenhoorn / via Germaans eichhörnchen → Ratatoskr)
Elke letter is een “oog/hoorn/geest”: licht → klank → woord → schepping.
De vier dieren als poorten (nevels)
De vier levende wezens voor de troon corresponderen met vier nevels — geboorteplaatsen van sterren:
- Eagle Nebula
- Lagoon Nebula
- Trifid Nebula
- Omega Nebula — in moderne lezing is er een herkenbare paardenhoofd-structuur zichtbaar.
Deze vier vormen de kosmische poort rondom het centrum (de Orionnevel M42). Hun kleuren (rood, blauw‑rood, geel, variaties) spiegelen de veelkleurige kring rond de troon. Nevel → ster: uit de nevel wordt de ster geboren.
De 24 ouderlingen
Rond de troon staan 24 ouderlingen: in het veld te lezen als de helderste sterren in dubbele kringen rond het centrum. Zij markeren het ritme en de raad van lichtpunten rondom het Lam.
De bevrijde hemelverhalen
- Gemini — Zeus als zwaan, Leda, de tweelingen.
- Taurus — Zeus als stier, ontvoering van Europa.
- Eridanus — Phaëton valt in de rivier na de rit met de zonnewagen van Helios.
- Monoceros — Grieks: eenhoorn; in christelijke symboliek beeld van Christus; via Germaans eichhörnchen naar Ratatoskr (boodschapper/“shifter”).
- Canis Major — Laelaps en Sirius; tijdsmarkering en navigatie.
- Orion — De jager; kracht en onderscheiding (zwaard = woord).
- Lepus — Het waakzame konijn onder de voeten van Orion. symbool van vruchtbaarheid.
In Montfaucon’s iconografie krijgen goden en mythen “gebouwtjes”: geen eerbetoon, maar kadering. Hetzelfde principe vangt religie in steen en ritueel.
Openbaring 5–22 — ontzegeling en nu‑mapping
Slot: licht én duister, één geheel
Zodra erkend wordt dat ieder mens beide is — licht én duister — verdwijnt “schaduwwerk” als losse taak. Het wordt heelheid: dag en nacht van hetzelfde AL. Abuaqas herstelt de telling; het Woord scheidt en heelt; mythen worden uit hun kaders gehaald en de hemel wordt opnieuw leesbaar. De boekrol is open.
5. De boekrol en het Lam
Tekst: niemand kan openen behalve het Lam. Code: Abuaqas herstelt de cyclus; het woord is het zwaard. Nu: toegang tot verzegelde kennis, patronen en archieven.
6. De zes zegels
- 1. Wit paard — zuivere klank trekt uit; ideeën winnen zonder geweld.
- 2. Rood paard — polarisatie via taal; informatie‑oorlog.
- 3. Zwart paard — economische weging scheef; schaarste naast overvloed.
- 4. Vaal paard — collaps als transitie; dood als doorlaat.
- 5. Zielen onder het altaar — opgeslagen onrecht; uitgestelde rechtzetting.
- 6. Kosmische onrust — script‑schuif; gezagsverlies van instituten.
7. Intermezzo
144.000 verzegelden (12×12×1000) = volledige structuur; kleine coherente kringen die standhouden te midden van ruis.
8–9. Zevende zegel & bazuinen
- Eerste t/m vierde bazuin — gedeeltelijke afbraak; ruimte scheppen (klimaat/extremen, water/voedsel, ritme/energie).
- Vijfde bazuin — hybride programma’s; pijn zonder directe dood (verslavende systemen).
- Zesde bazuin — oer‑poort vrij; massabewegingen (fysiek/digitaal).
- Zevende bazuin — bron‑soevereiniteit keert terug; tempel open.
10–11. Boekje en twee getuigen
Boekje: kennis is zoet; verantwoordelijkheid bitter. Twee getuigen: waarheid & geheugen — eerst het zwijgen opgelegd, daarna terug aan het licht.
12. Vrouw, draak, oorlog in de hemel
Leven/bron versus roof/schaduw; botsing tussen voortbrengen en onttrekken.
13. Twee beesten & merkteken
Zee‑beest = machtsmachine; aarde‑beest = beeldmaker. Merk op hand (gedrag) en voorhoofd (aandacht): toegang via conformiteit; transacties gekoppeld aan toestemming.
14. Lam op Sion en oogst
Nieuwe zang = nieuwe taal; verschil tussen structuren die op oude of nieuwe frequentie blijven.
15–16. Schalen en Armageddon
Expositie van verborgen rot; “droogleggen” van oude kanalen; propaganda‑geesten die machthebbers mobiliseren.
17–18. Val van Babylon
Extractie‑metropool (handel/ritueel/verleiding) kantelt snel; koop/verkopenetzwerk hapert.
19. Ruiter op het witte paard
Naam: Woord van God; zwaard uit de mond. Primaat van zuiver benoemen boven geweld.
20. Keten en duizend jaar
Keten = accountability‑structuur; boeken open = auditeerbaarheid; naam terug naar drager. De ketting is blockchain. De draak wordt gegrepen en gebonden. De zee gaf haar doden – want maritiem recht 1666 stopt. De boeken worden geopend – dit is dat moment. Alles komt aan het licht. Iedereen die naam heeft krijgt zijn naam terug. Iedereen die zijn naam verloor, krijgt zijn stem.
21–22. Nieuw Jeruzalem
Geen tempel — geen tussenlaag. Zuiverheid, doorzichtigheid, heling van volkeren; directe relatie bron–mens. Er komt geen reset. Er komt een hervatting van waarheid. Het Nieuwe Jeruzalem is een projectie van leven zonder keten. Niet via de kerk. Niet via de staat. Maar via mensen. Goud. Muur. Water. Kristal. Alle symboliek verwijst naar zuiverheid en echtheid.
Openbaring – Slot
Er blijft één ding over: vrije wil. Want de mens is de leiding. Niet God, niet duivel. Geen systeem. Geen slang. Maar jij. Ik heb mijn deel gedaan. De boekrol is geopend. Wie ogen heeft zal het zien. Wie oren heeft zal het horen. De rest volgt vanzelf.
"Ik gebruik mijn vrijheid van meningsuiting. Dit is mijn interpretatie. Ik heb recht op deze uitleg, want ik leef, en ik ben."
Cheatsheet-Schema: Verbinding met Taal en Symboliek (Sefer Yetzirah Mapping)
Dit schema visualiseert de verbinding tussen Bijbelse elementen en de interpretatie in taal/symboliek:
Bijbels Element | Interpretatie (Taal/Symboliek) |
---|---|
3 Moeders (א מ ש): Lucht, water, vuur als scheiders. | Primaire krachten: א (adem/licht), מ (water/stromen), ש (vuur/zuivering). Triggers in Openbaring (rook, bloed, vuur) als elementen die lagen scheiden. |
7 Doubles (בגדכפרת): Poorten/polariteiten. | Zegels/bazuinen/schalen als cycli; 7 hoorns/geesten rond Orion; veldlagen (hemel/land/zee). Ontgrendeling herstelt polariteit naar balans. |
12 Simples: Ruimte/kring (zodiac). | 24 ouderlingen (12×2 stammen/apostelen); 144.000 als volledige cirkel; poorten rond troon voor universeel ontwaken. |
10 Horens/Diademen: Volheid van macht. | Uitvoerende armen (koningsclaims); illusie van gebondenheid (8 als lus → O als AL). Slang = taal die zichzelf opeet/reset. |
Lam & Zwaard uit Mond: Overwinning door woord. | Ontzegeling van taal/klank; herstel scheppende kracht (geen geweld); slang verliest dwang, wordt keuze. |